Keyboards en midi-controllers
Welke computer heb je nodig voor je DAW?
Je DAW (Cubase, Logic, Ableton) werkt prettiger bij een snelle computer met veel werkgeheugen en een snelle SSD-schijf. En is liefst een beetje stil. Maar dat wil helemaal niet zeggen dat je huidige laptop onbruikbaar is. Het hangt er vanaf wat je precies wilt gaan doen.
Een snelle processor is vooral fijn bij effecten (VST-plugins) die veel rekenkracht vragen, en vooral als je veel effecten tegelijk gebruikt. Als dat niet het geval is dan voldoen de meeste computers en laptops die niet heel erg oud zijn. Bij erg trage processors heb je waarschijnlijk wel meer last van latency: een vertraging in het geluid die vooral lastig is als je jezelf wilt terug horen. Als je streamt heb je zeker baat bij een snelle processor.
Veel werkgeheugen is fijn bij grote sample-gebaseerde instrumenten, en vooral als je er meerdere tegelijk gebruikt. Gebruik je alleen virtuele synths of maar twee instrumenten? Dan is 8GB voldoende en is met 4GB nog goed te werken.
Een snelle SSD-schijf is vooral handig als je veel zoekt in je geluiden-bibliotheek en als je ongeduldig bent. Beperk je je tot een paar standaard instrumenten of heb je meer geduld bij het opstarten? Dan voldoet ook een harde schijf.
Ons advies is: probeer het gewoon een poosje met je huidige laptop of computer. Als je tegen beperkingen aanloopt dan kun je rustig kijken of die te upgraden is. Vooral een snelle schijf en wat meer werkgeheugen maken het werken met je DAW prettiger.
Windows of MacOS / PC of Apple?
Heel simpel: Hou het besturingssysteem dat je gewend bent. De meeste DAW's hebben voor beide besturingssystemen een variant. Er zijn geen echte voordelen (meer) voor de een of de ander. Het kan ssoms wel nodig zijn om bepaalde achtergrondprocessen uit te schakelen en het besturingssysteem daarmee te optimaliseren voor muziekproductie. Hierover volgt later een artikel.
Audio-interface of geluidskaart
In een simpele setup sluit je je usb-microfoon aan op een usb-ingang, en je eindversterker of koptelefoon op de geluids-uitgang van je computer. De analoge microfoon-ingang van je computer kun je beter niet gebruiken, die heeft meestal teveel last van ruis en andere bijgeluiden. Je kunt op deze manier prima resultaten bereiken. Een nadeel is dat er wat teveel vertraging kan ontstaan in je geluidssignaal (latency) bij het live spelen of zingen.
Voor een beter geluid en minder latency koop je het best een externe audio-interface. Dat is een kastje met een usb-aansluiting en wat audio-aansluitingen. De DAC (digitaal-analoog converter) is veel beter dan die uit je computer, en je hebt geen last van de storingsbronnen in je computer. Je kunt er je condensatormicrofoon op aansluiten, de audio-interface zorgt voor de voedinsspanning. Meestal is er ook een aansluiting voor je gitaar of tweede microfoon.
Een interne geluidskaart kunnen we niet aanraden. Die heeft eerder last van de stoorsignalen in je computer.
Versterker en luidsprekers
Om het resultaat van je creatieve inspanningen te kunnen beoordelen is het nodig om goede luidsprekers te hebben. Weliswaar kun je ook een koptelefoon gebruiken, maar het is niet fijn om zo'n ding de hele dag of avond op je hoofd te hebben. De standaard ‘computerluidsprekers’ voldoen eigenlijk niet. Als je die al hebt zou je ze voorlopig kunnen gebruiken, maar ideaal is het niet. Heb je nog een paar goede hifi-luidsprekers staan en een versterker? Die zijn zeker bruikbaar.
Op den duur zal je behoefte krijgen aan ‘echte’ monitorluidsprekers. Die zijn ontworpen om zo neutraal mogelijk de details van je muziek zo goed mogelijk weer te geven. Ze zijn verkrijgbaar in allerlei prijsklassen. Vaak hebben ze een ingebouwde versterker, wat erg handig is. Die kun je rechtstreeks aansluiten op je audio-interface.
Koptelefoon
Een koptelefoon gebruiken is een handige en goede manier om je mix te beoordelen. Je hebt geen last van de ruimte-akoestiek, en koptelefoons zijn bijna altijd neutraler en analytischer dan luidsprekers uit dezelfde prijsklasse. Een ander voordeel is dat je huisgenoten en buren minder last van je hebben. Niet iedereen vindt het echter fijn om langere tijd een koptelefoon te dragen.
Er bestaan open en gesloten koptelefoons. Open koptelefoons zijn vaak neutraler, maar hebben soms wat minder laag. Ook ‘lekken’ ze natuurlijk meer geluid, wat onhandig is bij het inzingen van je track. Vooral snare en hi-hat komen dan via je microfoon in je opname terecht. Een gesloten koptelefoon sluit je meer af van buitengeluiden en frisse lucht. Je huisgenoten horen de geluiden minder. Een lastige keus dus.
De toeten: het midi-keyboard
Speel je toetsen? Dan is je midi-keyboard natuurlijk de plek waar je vingers de meeste tijd doorbrengen. Niet alleen voor het bespelen van je instrument, maar ook voor allerlei parameters van je instrument en effecten, en het bedienen van je DAW.
Toetsenborden verschillen onder andere in het aantal octaven dat ze beslaan. Dat kunnen er twee, drie, vier, vijf, zes, zeven of acht zijn. Speel je tweehandig piano? Dan is een compleet keyboard van acht octaven fijn. Maak je EDM? Dan is twee octaven misschien al genoeg. Ook handig als je 'm mee wilt nemen en het scheelt ruimte.
Een groot midi-keyboard is handig als je VST-instrumenten key-switching hebben. Je kunt dan verschillende geluiden of expressies kiezen met de laagste toetsen van je keyboard.
Bijna elk midi-keyboard is aanslaggevoelig. Dat betekent dat het in MIDI doorgeeft hoe snel je de toets indrukt, waardoor je je spel expressie kunt meegeven. Sommige keyboards hebben bovendien aftertouch: je kunt de toets nog wat verder indrukken en daarmee bijvoorbeeld vibrato geven. Let op, er bestaat polyfone aftertouch (voor elke toets apart) en monofone (voor alle toetsen hetzelfde).
Bijna elk keyboard heeft aan de linkerkant twee controllers: een mod wheel (expressiewiel) en een pitchwheel. Je VST-instrument of plugin bepaalt de functie hiervan. Meestal bedien je met de eerste het volume en met de tweede de toonhoogte.
De duurste midi-keyboards hebben een gebalanceerd klavier. Dat speelt fijn als je een piano gewend bent, je expressie is makkelijker te doseren. Het hoeft niet altijd beter te zijn; door de grotere massa speelt het wat trager en zwaarder.
De MIDI-aansluiting is traditioneel een vijfpolige ronde DIN aansluiting. Ons advies: kies voor een homestudio altijd een midi-keyboard met (ook) een USB-aansluiting. Dat werkt een stuk makkelijker. Je hebt dan bovendien geen aparte voedingsadapter meer nodig voor je toetsenbord.
PAD-controllers
Een type MIDI-controller dat je steeds vaker ziet is de PAD-controller. Die heeft een aantal aanslaggevoelige, meestal vierkante toetsen waarmee je geluiden triggert. Ze zijn bij uitstek geschikt voor percussieve geluiden, maar ook voor het starten van vooraf opgenomen loops. Sommige PAD-controllers kunnen zelfstandig werken en hebben alle geluiden aan boord. Andere geven alleen een midi-signaal af en bedienen je DAW.
Fader-controllers
Een fader-controller heeft een aantal schuiven. Je stelt de functie hiervan in op je DAW. Zo kun je ervoor kiezen om op deze controller de mix in te stellen, maar ook de parameters van je VST-effect plugin of je VST-instrument. Veel MIDI-keyboards hebben overigens al een rijtje knoppen met deze functie.
DAW-controllers
Een DAW-controller bedient vooral het transport van je DAW. Hoewel je dit ook op het toetsenbord van je computer en met je muis kunt doen is dat soms handig. Maar geen must.